Werkveld
Fusie Ontwikkelgroep

 

In gesprek met de werkvelden

Naast de gemeentegesprekken werkt de FOG aan de fusie van Dorpskerk en Kandelaar in gesprekken met de werkvelden. Daar merkt de gemeente misschien niet zoveel van, maar alle mensen die in de verschillende colleges, werkgroep en commissies zitten, die vrijwilligerstaken in de gemeente vervullen, des te meer. Want om samen één gemeente te gaan vormen, zal alle werk van twee verschillende organisaties in elkaar geschoven moeten worden. Soms is dat redelijk eenvoudig, soms behoorlijk ingewikkeld, en vaak ook vraagt het om een diepergaand gesprek. Het gaat namelijk niet alleen om de praktische organisatie van het werk, maar ook om de visie die daaronder ligt.

 

Om de hele organisatie van de kerkelijke gemeente in beeld te krijgen, heeft de FOG alle werk in de gemeente ingedeeld in negen werkvelden. Dat zijn:
  • pastoraat
  • diaconaat
  • beheer
  • jeugdwerk
  • vieren
  • leren
  • missionair werk
  • communicatie
  • organisatie
We hebben per werkveld bekeken welke mensen, groepen en commissies er binnen elk werkveld taken verrichten, en samen met hen in kaart gebracht: wat is er al samen, wat valt redelijk eenvoudig in elkaar te schuiven, en wat niet? Waar verwachten we ‘hobbels’, of waar moeten we nog eens goed met elkaar over doorpraten? Sommige werkvelden vallen vrijwel samen met een bestaand college, zoals het college van diakenen, het college van beheer of het Jeugdplatform, al vallen daar dan vaak wel nog andere werkgroepen of commissies onder. Maar er zijn ook werkvelden die verspreid over de organisatie te vinden zijn, zoals bijvoorbeeld communicatie, of vieren. Daar is het dan even zoeken naar: wie zijn eigenlijk alle betrokkenen, en met wie moeten we nu om de tafel als we dit werkveld inhoudelijk en organisatorisch willen samenvoegen? Aan elke werkveld hebben we enkele mensen van de FOG gekoppeld, die deze gesprekken voor hun rekening nemen.

‘Groot onderhoud’

Bij het in kaart brengen van de verschillende werkvelden blijkt dat dit proces van samenvoegen ook een moment is voor ‘groot onderhoud’. Het is een natuurlijk moment om je per onderdeel van het gemeentewerk opnieuw af te vragen: doen we nog wel de goede dingen, en doen we de dingen nog wel goed? Enkele voorbeelden:

 

Nieuwe wegen in het pastoraat
Een mooi voorbeeld van een werkveld waar we voor groot onderhoud staan, is bijvoorbeeld het werkveld pastoraat. In gesprek met de mensen die op het moment werkzaam zijn in het pastoraat, blijkt dat dit werk voor een groot deel bestaat uit het individuele bezoekwerk aan oudere en kwetsbare gemeenteleden. Dat bezoek wordt zeer gewaardeerd, en met liefde uitgevoerd door tal van trouwe bezoekmedewerkers: ouderlingen, contactpersonen, HVD-ers, en niet te vergeten de predikanten. Maar, zo moesten we constateren: een groot deel van de gemeente maakt geen gebruik van dit pastorale aanbod van een bezoek aan huis. En uit andere gemeenten leren we: jongere generaties hebben andere behoeften, en geven de voorkeur aan andere manier van elkaar ontmoeten rondom geloofs- en levensvragen. Dat stelt ons voor de vraag: moeten we voor de nieuwe gemeente de pastorale organisatie weer precies zo inrichten, met een netwerk aan bezoekers voor elke wijk en elk adres? Dat is trouwens een omvangrijk netwerk, dat steeds moelijker te bemensen is... Of kan het anders, waarbij we meer inspelen op de verschillende behoeften binnen de gemeente? En kunnen we naast het georganiseerde pastoraat ook het ongeorganiseerde, onderlinge pastoraat stimuleren? Hoe gaan we dat doen met de predikanten? Blijft de gereformeerde predikant de gereformeerde gemeenteleden bedienen, en de hervormde predikant de hervormden? Of maken we met het oog op de toekomst een nieuwe (geografische) indeling? Hoe dan, en vooral ook: wanneer? Al die overwegingen maken dat we binnen dit werkveld eerst aandacht moeten besteden aan een visie op pastoraat (wat willen we eigenlijk, en waarom?) voordat we een organisatie kunnen bedenken die daarbij past. Met de vrijwilligers in het pastoraat hebben we onlangs een inspiratieavond gehouden met als titel: ‘verbinding en aandacht’. En als al die werkers in het pastoraat enig idee hebben over hoe het werkveld vorm zou kunnen krijgen, zal ook de gemeente in dit gesprek betrokken moeten worden. Het is dus geen kwestie van ‘even in elkaar schuiven’, nieuwe wijkindeling en we kunnen er weer jaren tegen, maar een heel proces. En dat vraagt tijd.

 

Samen vieren
Een dergelijk gesprek zal ook moeten worden gevoerd op het gebied van vieren – met name ook met het oog op het recht doen aan de verschillen in de beleving van geloof, vieren en muziek en aan de verschillende generaties. Waar de een zegt: ‘We kunnen toch gewoon verder gaan met de gezamenlijke diensten, net zoals in coronatijd?’, is dat voor een ander niet ‘gewoon’ – ook daar zitten we in een ontwikkeling die vraagt om een zorgvuldig proces. Gaan we naar een of twee diensten op zondagmorgen, gaan we naar een breed aanbod van verschillende soorten vieringen, zodat er wat te kiezen valt, en nemen we op de koop toe dat niet iedereen zich elke keer aangesproken zal voelen? Of gaan we werken aan vieringen die zoveel en zo vaak mogelijk de hele breedte van de gemeente aanspreken, kan dat eigenlijk wel, en hoe zouden die er dan uit kunnen gaan zien? Het thema ‘aansprekend vieren’ is door de gemeente aangereikt in het gemeentegesprek. Dus met de organisatie van het vieren in de nieuwe gemeente wachten we ook het inhoudelijke gesprek met de gemeente even af.

 

Kerk van en voor het dorp
Het werkveld ‘missionair werk’ bestaat op het moment uit enkele initiatieven die iets te maken hebben met ‘kerk naar buiten’, maar een duidelijke visie en afstemming van activiteiten ontbreekt. De roep om ‘meer kerk naar buiten te willen zijn’ klinkt regelmatig, maar een echte visie gekoppeld aan een helder plan van wat en hoe, is er (nog) niet. Ook dit thema heeft de gemeente opgepakt in het gemeentegesprek. We zijn benieuwd wat er uitkomt. En dan komt het moment dat we kunnen gaan bedenken hoe we de bestaande activiteiten en nieuwe initiatieven organisatorisch kunnen onderbrengen in de nieuwe gemeente.

Gezamenlijke trektocht: kerkenraden, fusieontwikkelgroep en gemeente

Deze Samen-op-weg-trektocht vraagt natuurlijk ook om een goede samenwerking tussen kerkenraden en FOG. De FOG begeleidt het hele proces om tot een fusie te komen. Dat proces kent zowel een inhoudelijk spoor als een organisatorisch. Dat vraagt om een regelmatige afstemming. Bij de start van de FOG in november 2021 hebben we een gezamenlijke bijeenkomst gehouden, gekoppeld aan een maaltijd, en dat is ons goed bevallen. Op 14 juni en 1 september staan er weer twee grote ontmoetingen gepland, een maaltijd gekoppeld aan een inhoudelijk onderwerp.

 

Voor de zomer zal de FOG de kerkenraden bijpraten over de opbrengst van alle gesprekken uit het afgelopen half jaar: dat met de gemeente, en dat met de werkvelden. Wat hebben we tot nu toe opgehaald, en wat betekent dat voor onze agenda voor het komend jaar? Welke agendapunten vragen om een diepergaand gesprek met de gemeente, en hoe gieten we dat in het vat? Kunnen we op basis van de opbrengst al een voorlopige datum prikken voor een vereniging, wat moet er daarvoor nog gebeuren, en wat kan eventueel ook daarna?

 

Na de zomer zal dan de organisatie van de kerkenraad zelf centraal staan. Hoe zou die er uit kunnen gaan zien? Hoeveel mensen hebben we daarvoor nodig? Wat betekent dat voor de zittende ambtsdragers? Zijn er nieuwe mensen nodig? Hoe richten we onze overlegstructuur in?

 

Dit hele proces van gemeentegesprekken, gesprekken met de werkvelden en de kerkenraden, en het meekomende ‘groot onderhoud’ vraagt een hoop van alle betrokken vrijwilligers en ambtsdragers. En het vraagt om een actieve gemeente, die meedenkt en meewerkt aan het doordenken, vormgeven en plannen maken voor de nieuwe Protestantse Gemeente Holten. Het is met recht een trektocht, waar we op verschillende kruispunten met elkaar de weg moeten bepalen. Dat de wolk van het verlangen daarbij richtinggevend mag zijn!

Plannen voor het werkveld vieren voor de nieuwe Protestantse Gemeente Holten

Inleiding
In het kader van het proces om van de Kandelaar en de Dorpskerk één Protestantse Gemeente Holten te maken, is een tijdelijke werkgroep vieren aan de slag gegaan om een voorstel te maken voor hoe het vieren in die nieuwe gemeente eruit zou kunnen zien. De werkgroep bestond uit gemeenteleden, leden van de Fusie Ontwikkel Groep en predikanten. Dit voorstel is besproken in beide kerkenraden, en zal richtinggevend zijn voor de komende jaren.

 

Eerder hebben de predikanten samen met de leden van de FOG het werkveld in kaart gebracht, en de vragen voor het samenvoegen van het werkveld op een rijtje gezet. De predikanten hebben daarnaast enkele deelvoorstellen ontwikkeld, die we in de werkgroep nader hebben besproken. Ook het resultaat van het gemeentegesprek over het thema ‘Aansprekend vieren’ hebben we meegenomen. De visie is al getoetst tijdens het gemeentegesprek in november 2022. We zijn in totaal zeven keer bij elkaar geweest. Deze notitie bevat een weerslag van onze gesprekken en overwegingen, uitlopend op het voorstel voor de nieuwe gemeente.

 

In de werkgroep hebben we achtereenvolgens gekeken naar:
  • de diversiteit in de gemeente;
  • de onderliggende visie op vieren
  • het totale aanbod aan vieringen door het jaar heen
  • de invulling van de ‘gewone’ zondagmorgenviering
  • de viering van het Heilig Avondmaal, samen met enkele diakenen
  • de rituelen rondom dopen en gedenken
  • (nieuwe) vormen van vieren waar we ons in zouden willen verdiepen.

Diversiteit in de gemeente

De gemeente is op verschillende manieren heel divers. Dat is een belangrijk gegeven bij het doordenken van het vieren in de gemeente. Maar: waaruit bestaat die diversiteit dan? En hoe kom je daaraan dan tegemoet? We keken eerst naar het verschil in geloofsbeleving, aan de hand van vier liederen waarin die verschillen duidelijk tot uitdrukking komen1:
  • traditioneel Christendom: nadruk op de zondige mens, die mag leven van Gods genade, omdat Jezus voor onze zonden is gestorven;
  • gemoderniseerde geloofsbeleving: een God die heel menselijk is geworden en ons nabij wil zijn, vb. Huub Oosterhuis;
  • evangelicale stroming: God voelbaar als persoonlijke kracht en bron van liefde – Opwekking, uitbundiger;
  • buitenkerkelijk geloven: de Naam van God wordt niet genoemd, maar er is wel een besef van iets allesomvattends en zingevends, vb een lied van Marco Borsato.
Alle manieren van geloven beleven zijn in onze gemeenten wel aanwezig, en dat merk je vooral aan de voorkeur (of juist afkeur) van bepaalde liederen.

 

We keken ook naar het verschil in verwachtingen aan de eredienst tussen de generaties. Oudere generaties bezoeken de eredienst vaak nog vanuit een trouwe gewoonte; jongere generaties komen niet meer elke zondag, maar zie je vaak wel meer bij bijzondere diensten. We hopen dat de verwachtingen van de jongere generaties wellicht nog wat duidelijker worden in de gesprekken die ds. Meinske van Sandijk heeft gevoerd met deze generatie. Met de ouders van de krabbeldienst is al een gesprek geweest, voor hen is deze laagdrempelige manier van vieren een prettige mogelijkheid om mee te doen, bij ‘gewone’ vieringen ervaren zij vaak een drempel. Om aan jongere generaties tegemoet te komen moeten we ons in vorm, taal en muziek meer op hen richten.

 

In een gezamenlijke kerkenraad keken we al eens naar het verschil in betrokkenheid van gemeenteleden. Daarbij onderscheidden we:
  • kerngelovigen, die zeer betrokken zijn bij het hele kerkelijke leven;
  • disciplinaire gelovigen, die de diensten vooral bezoeken uit trouw, het hoort erbij;
  • rituele gelovigen, die vooral op sleutelmomenten een beroep op de kerk doen;
  • mensen die wel gelovig zijn, maar niet (zo) kerkelijk;
  • mensen die de kerk vooral waarderen als cultureel fenomeen.
We ontdekten dat het grootste deel van ons aanbod aan vieringen en activiteiten gericht is op de bovenste twee groepen: de mensen die we gewoontegetrouw al kunnen verwachten bij de diensten. Om andere groepen meer te bieden te hebben, moeten we ons aanbod verbreden.

 

Ook keken we naar het verschil in verwachtingen tussen de buurtschappen en het dorp. Binnen de buurtschappen worden de vieringen en samenkomsten in het buurtschap breed gewaardeerd, en voor sommige mensen is dat ook genoeg. De verwachting dat de buurtschappen zich meer zouden moeten aansluiten bij/laten zien in/verbinden met de diensten in het dorp, komt vooral uit het dorp. De vieringen in de buurtschappen zijn dus ook in de nieuw te vormen gemeente van belang. Voor sommige mensen zijn juist deze bijeenkomsten nog het enige lijntje met de kerk. Bij de buurtschappen moet worden opgemerkt dat mensen de vieringen daar wel waarderen, maar dat maar weinig mensen er daadwerkelijk de schouders onder willen zetten als het gaat om de organisatie. Dat betekent dat de maandelijkse frequentie waarmee die vieringen werden gehouden zal verschuiven naar vieringen gekoppeld aan bijzondere momenten.

 

Conclusie:
De gemeente is divers, zowel wat betreft geloofsbeleving, als wat betreft de wensen van verschillende generaties, als wat betreft de mate van betrokkenheid. Ook de buurtschappen hebben eigen verwachtingen. Om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan deze diversiteit van de gemeente is het uitgangspunt voor het aanbod aan vieringen dan ook dat er ‘voor elk wat wils’ moet zijn, dat er wat te beleven en te kiezen valt. Dat betreft zowel het totale aanbod aan vieringen (naast vieringen voor de hele gemeente ook diensten gericht op speciale doelgroepen, vieringen met een bepaald accent, zowel muzikaal als qua vorm), als de ‘gewone’ diensten voor de hele gemeente. Om de breedte van de gemeente iets te bieden, helpt het om gevarieerd te zijn in liedkeuze binnen een viering, maar wel bijeengehouden door het thema van de dienst.

 

1 aan de hand van het boekje ‘Zo zou je kunnen geloven’ van Maarten Wisse, Franeker, 2014.

Aansprekend vieren

De gemeente had het thema ‘aansprekend vieren’ al in het voorjaar van 2022 aangereikt als van groot belang voor de nieuwe gemeente. Daarbij werd het verlangen als volgt omschreven: “Sámen God eren, dankbaar en blij vieren en zingen, waarbij iedereen welkom is – dat is en blijft een belangrijke pijler waarop wij als kerk gebouwd zijn. Daar mag wel eens een frisse wind doorheen. We willen op zoek naar vernieuwende vormen van kerk zijn en van vieren, om de breedte van onze geloofsgemeenschap recht te doen, oud én jong. Dat zou kunnen met een aanbod van verschillende diensten voor mensen met verschillende behoeften, zodat er wat te kiezen valt. Of dat zou kunnen door binnen de diensten zoveel mogelijk variatie aan te bieden, op zoek te gaan naar verbindende vieringen die voor elk wat wils bieden.

 

We zouden het gevoel van een recreatietent in de diensten willen krijgen, waarin veel verschillende mensen en generaties zich aangesproken voelen: informeel contact voor en na de dienst, inbreng van gemeenteleden, aansprekende, gevarieerde muziek en liederen, en een boodschap die aansluit op ons dagelijks leven – dat is waar we met elkaar voor gaan.” Daarbij werden de volgende punten aangereikt om als gemeente werk van te gaan maken:
  • actueel en eigentijds karakter
  • veel samen zingen en muziek maken
  • op zoek naar nieuwe vormen
  • oude bouwstenen in nieuwe vormen
  • gevarieerd aanbod
  • ontmoeting en gezelligheid rondom de diensten

Visie

Waarom vieren we? Die vraag bespraken we tijdens het gemeentegesprek in november 2022 aan de hand van het lied ‘De vreugde voert ons naar dit huis’. De volgende visie op vieren werd breed onderschreven:

 

“Daar waar wij samenkomen om te vieren, doen we dat tot eer van God. De eredienst is voor ons een plaats van ontmoeting met God en met elkaar. In de dienst willen we ons welkom en thuis voelen, in het gebouw, in de gemeenschap en in de liturgie. We willen er met plezier naar binnen en naar buiten kunnen gaan. In de kerkdienst willen we ons geborgen weten: een veilige plek, waar we onze vreugden en onze zorgen mogen neerleggen bij God. Een plek van warmte en licht, waar we een glimp van God kunnen ervaren, waardoor we ons gedragen weten. De preek moet gaan over iets dat ons echt raakt en bezighoudt, en mag ons best iets geven om op te kauwen. Wij verlangen ernaar dat het Woord op zo’n manier tot ons komt dat we het op een nieuwe manier kunnen verstaan, dat we er troost in vinden, en er nieuwe kracht uit putten om op onze beurt iets van God zichtbaar maken in de wereld. “

Jaarprogramma

Om tegemoet te komen aan de diversiteit van de gemeente hebben we een gevarieerd jaarprogramma opgesteld, gebaseerd op de huidige situatie, waar hopelijk veel gemeenteleden zich door aangesproken voelen – op een manier die bij hun geloofsbeleving en manier van betrokkenheid past. Dat betekent:
  • ‘gewone’ zondagmorgenvieringen waarbij we nadrukkelijk op zoek gaan naar ‘aansprekend vieren’ voor de breedte van de gemeente, in vorm, taal, muziek, en participatie van gemeenteleden;
  • ongeveer elke maand een laagdrempelige ‘anders-dan-anders-dienst’ die ook met name voor jongere generaties aantrekkelijk is, op ‘prime time’ zondagmorgen (Fonteindienst, jeugddienst, feestdagen, startzondag);
  • minstens een maal per jaar een bijzondere dienst die een ander en breder publiek trekt, eventueel gecombineerd met een activiteit, zoals een top 2000-dienst, iets met Allerzielen, Passion, gospelkoor of een kerstwandeling, of een activiteit-viering met een meer gemeenteopbouwend karakter, zoals een musical;
  • een maandelijkse avonddienst met per keer een heel verschillend karakter, om speciale doelgroepen aan te spreken (bv. een Taizéviering). Dit initiatief is nog maar net gestart. Wij stellen voor om in september 2023 een eerste tussenevaluatie te houden, met het oog op de planning van 2024;
  • in de zomer driemaal een ‘preek van de leek’ in het Trefpunt in Espelo;
  • voor gezinnen met jonge kinderen (3-7 jaar) vijfmaal per jaar een krabbeldienst. Voorlopig in de Dorpskerk, vanwege de knusse en geborgen plek, maar misschien dat op den duur ook in de Kandelaar een dergelijke plek gecreëerd kan worden;
  • wekelijks kindernevendienst en maandelijks tienernevendienst. Dat laatste moet dan wel in De Kandelaar, want de Dorpskerk biedt niet genoeg plek voor deze groepen tegelijk;
  • diensten in de buurtschappen bij bijzonder gelegenheden: kerkelijke feestdagen, oogstdienst, afscheid zondagsschool, gezinsdienst met Avondmaal);
  • en natuurlijk blijven we betrokken bij de wekelijkse vieringen in de Diessenplas.
Met het aantal jeugddiensten en Fonteindiensten is er met de feestdagen meegerekend bijna elke maand een ‘anders dan anders’-viering voor een bredere/jongere doelgroep. Voor nu vinden we dat voldoende. Wij hopen dat gaandeweg ook de gewone diensten aansprekender worden voor jongere generaties, als we ons als voorgangers en betrokken gemeenteleden verder hebben verdiept in nieuwe vormen van vieren, en van het voornemen om ‘oude bouwstenen’ in ‘nieuwe vormen’ te vertalen en te integreren. Naast het aanbod op het gebied van vieren denken we dat het goed is om te investeren in andere manier van ontmoetingen en geloofsgesprek met jongere generaties.

 

Zie voor een overzicht van het aanbod bijlage 1: voorstel aanbod vieren.

De ‘gewone’ zondagmorgenviering

We gaan ervan uit dat er in de nieuwe gemeente een zondagmorgendienst zal zijn, om half 10, waarbij we wisselend gebruik maken van beide kerkgebouwen. Ook in de gewone zondagmorgenviering willen we zoveel mogelijk de breedte van de gemeente aanspreken, en daarbij richten we ons dan vooral ook op de geschiktheid voor verschillende generaties en op de verschillen in geloofsbeleving. In verschillende perioden van het kerkelijk jaar gebruiken we verschillende orden van dienst. Op de groene zondagen gebruiken we een orde van dienst met een kyrië en een gloria, in de paarse periodes (Advent en 40-dagentijd) een liturgie met een schuldbelijdenis en een genadeverkondiging. We volgen het rooster van Bijbel Basics, de methode waar de kindernevendienst momenteel mee werkt. Dat rooster gaat uit van de 200 belangrijkste bijbelverhalen, en biedt prettig materiaal om mee te werken. Binnen de diensten zingen we verschillende soorten liederen. Om te zingen maken we in ieder geval gebruik van het Nieuwe Liedboek, bidden en zingen in huis en kerk. Graag willen we de komende jaren meer gebruik maken van de breedte van het Liedboek, door regelmatig nieuwe liederen aan te leren. Hiernaast zingen we uit de bundel Hemelhoog. Naast deze basisbundels kunnen ook liederen uit andere bundels, of nieuwe liederen die worden geschreven in de diensten gezongen worden.

 

Verder hebben we uitgebreid gesproken over het al dan niet aansteken van de paaskaars aan het begin van de dienst. Wij stellen voor om daarvoor aan te sluiten bij de traditie die in de meeste Protestantse Gemeenten wordt gevolgd, namelijk dat de paaskaars al brandt als we de kerkzaal binnenkomen, de ‘Godslamp’ als teken van Gods aanwezigheid, die niet afhangt van onze komst naar de kerk... De kaars wordt gedoofd op Goede Vrijdag. In de Paaswake op Stille Zaterdag wordt dan de nieuwe kaars aangestoken. Zie ook: https://protestantsekerk.nl Alleen bij vieringen in de buurtschappen wordt de kaars aan het begin van de dienst aangestoken, om het binnenstappen in de ‘heilige ruimte’ te markeren.

De gemeente meenemen in veranderingen

Om tegemoet te komen aan de veel uitgesproken wens naar voorzichtige vernieuwing willen de predikanten de komende periode af en toe iets nieuws uitproberen, om zo gestaag de mogelijkheden in de praktijk van het vieren te verruimen. Dan denken we aan
  • verbreden van het liedrepertoire, nieuwe liederen aanleren, om aan verschillen in geloofsbeleving recht te doen;
  • participatie (responsies, gezongen kyrië, verzamelen voorbeden, lectoren-kinderlectoren, uitleg bij (bijzondere) diaconale collecten, 1 of 2 kindermomenten in de dienst, interactieve elementen in de dienst);
  • gemeente betrekken bij de voorbereiding van een dienst (themadienst, tekst voor de preek bespreken, actieve participatie).
Om de gemeente hierin mee te nemen is het van belang hier goed over te communiceren, voor, in en na de diensten. Wellicht kan ook een gemeentebijeenkomst over verschillen in geloofsbeleving, die vooral in de voorkeur voor bepaalde liederen tot uitdrukking komt, goed zijn om hier eens dieper over door te kunnen praten. Dat zou dan ergens in het voorjaar van 2023 gepland kunnen worden.

Heilig Avondmaal

Bij het vieren van het Heilig Avondmaal, of de Maaltijd van de Heer, kunnen er verschillende aspecten oplichten. Dat zijn het aspect van:
  • de gemeenschap
  • het delen
  • de vergeving, een nieuw begin
  • het sterven van Christus
  • de opstanding, bevrijding
  • de hoop op Gods Koninkrijk
Binnen de werkgroep, aangevuld met enkele diakenen, merkten we hoe verschillend we het Avondmaal ervaren. Vaak komt het aspect van het ervaren van gemeenschap terug (zeker gecombineerd met vieren in een kring), en dat van de schone lei, het nieuwe begin, en de hoop op Gods Koninkrijk. Waar voor de een het sterven van Christus voor onze zonden het hart van het geloof is, kan een ander daar juist niet meer mee uit de voeten, omdat de geloofsbeleving veranderd is. We zien wel dat de beleving van het Avondmaal gedurende generaties verschoven is, minder zwaar geworden, al wordt het vieren ervan door sommigen toch nog als zwaar ervaren (en komen ze daarom liever niet). Maar bij ons allemaal geldt: we raken hier aan het hart van ons geloven, dit is in alle gelaagdheid wel waar het om draait.

 

We stellen voor:
  • in ieder geval vier maal per jaar Avondmaal te vieren op een zondag, en ook op Witte Donderdag;
  • daarbij gebruik te maken van een orde van dienst die past bij het karakter van de viering, met het Dienstboek als basis, waarbij we nadrukkelijk willen blijven zoeken en experimenteren met bewerkingen in eigentijdse taal;
  • ook in de nieuwe gemeente speelruimte houden om een passende vorm te kiezen bij elke Avondmaalsviering, passend bij het karakter van de dienst, het aspect dat we willen laten oplichten (bij ‘gemeenschap’ vieren in een kring) en de mogelijkheden van de kerkzaal. Dit steeds in overleg tussen voorganger en diakenen;
  • wat betreft het uitspreken van uitdelingswoorden de komende tijd in goed overleg te gaan uitproberen om hier ervaringen mee op te doen;
Het Avondmaal is (kerkordelijk) een diaconale taak: het gaat hier letterlijk om het ‘dienen’ van de gemeente. Wij stellen voor om in de avondmaalsvieringen de diakenen dan ook te betrekken bij het voorbereiden, het nodigen, de tafelgebeden en uitdelen van brood en wijn. Voorbereiden en delen kan zowel door bevestigde ambtsdragers als door taakdragers gebeuren.

 

In de Protestantse Gemeente Holten zijn doopleden en kinderen van harte welkom aan de tafel van de Heer. We bespraken de wenselijkheid en mogelijkheid van een jaarlijkse Avondmaalscatechese voor kinderen en hun ouders van groep 5/6. Nu gebeurt er soms wel iets aan voorbereiding (een suggestie van de predikant voor de voorbereiding thuis in het gezin, een moment in de kindernevendienst op de zondag van het Avondmaal), maar dat heeft geen structureel karakter.
Vanuit de diaconie, de leiding van de kindernevendienst en de predikanten zouden we graag in 2023 zo’n catechesemoment, op een zaterdagavond voorafgaand aan een Avondmaalsviering, willen uitproberen.

Gedenken in de dienst en op de laatste zondag van het kerkelijk jaar

Bij afkondiging van een overlijden wordt nu in beide kerken een witte steen met de naam van de overledene geplaatst in een gedachteniszuil (Dorpskerk) en op een grote platte steen (in de Kandelaar). Bij de laatste zondag van het kerkelijk jaar kunnen deze steentjes dan door familieleden mee naar huis worden genomen. De rituelen en de manier van afkondigen verschillen licht. We hebben verschillende opties besproken hoe we hiermee om zullen gaan in de samengevoegde gemeente, en het bleef moeilijk er een bevredigende oplossing voor te vinden. Uiteindelijk stellen wij voor om, zolang we nog van twee kerkgebouwen gebruik maken, de steentjes op de zondag van de afkondiging in die kerk neer te leggen waar de dienst is. Daar kan dan (door familieleden) ook nog een waxinelichtje bij worden aangestoken. Op de gedachteniszondag verzamelen we de steentjes in de kerk waar de dienst dan gehouden wordt. Op de steentjes schrijven we de doopnaam en de achternaam voorop, en de geboorte- en sterfdatum achterop. Marian Stam doet dat nu voor de Kandelaar, en we vragen haar of ze dat ook straks voor de PG Holten wil blijven doen, samen met iemand anders. We stellen voor de stenen gewoon bij een tuincentrum te kopen, enerzijds vanwege het grote aantal, anderzijds omdat dat vaak witgemaakte stenen zijn, waarop het beschrijven makkelijker en duidelijker gaat. De afkondiging van overlijden wordt dan gedaan door de ouderling van dienst aan het eind van de mededelingen aan het begin van de dienst, ingeleid door een passend Bijbelvers. Bij de voorbede wordt er gebeden voor de nabestaanden. Aan de voorganger staat het vrij om, als dat past en voorhanden is, in de dienst ook nog een lied op te nemen ter nagedachtenis.

 

De laatste zondag van het kerkelijk jaar is dan de gedachteniszondag: dan noemen we de namen van alle overleden gemeenteleden van het afgelopen jaar. We steken voor hen een kaars aan, en de nabestaanden mogen aan het eind van de dienst de witte steen, met de naam van de overledene erop, meenemen naar huis. Als we de aantallen van nu aanhouden, dan gaat het komend jaar om ongeveer 65 namen van gemeenteleden. We bespraken de mogelijkheid om twee diensten te houden, maar volgens ons doet dit geen recht aan het verlangen om met heel de gemeente en alle naasten de mensen die ons zijn ontvallen te kunnen gedenken. Vandaar dat we voorstellen om in 2023 toch te proberen één gemeenschappelijke gedachtenisdienst te houden, waarbij de namen worden voorgelezen door de voorganger, en de kaars wordt aangestoken door een ouderling of diaken. De naasten die een correspondentieadres hebben laten weten, krijgen een persoonlijke uitnodiging. De namen van alle overleden gemeenteleden worden genoemd. Er wordt ook een kaars aangestoken voor degenen die we niet met name noemen.

Dopen

Dopelingen worden in de Dorpskerk bijgeschreven in een doopboek, en in de Kandelaar op een dooprol, waarbij steeds maar één naam zichtbaar is. Wij stellen voor het doopboek van de Dorpskerk mee te nemen naar de samengevoegde gemeente, en daar de nieuwe dopelingen voortaan in bij te schrijven. Daarnaast zou het mooi zijn om de dopelingen nog op een andere manier zichtbaar te maken in de kerkzaal. Wij stellen voor om voor elke dopeling een klein duifje met de naam van het kind op te hangen (bijvoorbeeld aan een levensboom). Ook zou de dopeling dan een knuffelduifje mee naar huis kunnen krijgen – een mooie gelegenheid om later thuis nog eens te vertellen over de doop. Elk jaar in de Paasnacht, bij de doopgedachtenis, kunnen de ouders dan de duifjes uit de kerk mee naar huis nemen en thuis een plekje geven.

Gebruik kerkgebouwen

Bij het begin van het SoW-proces gingen we ervan uit dat de gemeente de komende vijf jaar in ieder geval nog gebruik zou maken van beide gebouwen. Nu staat dat mogelijk onder druk vanwege de energiecrisis, maar voor dit voorstel zijn we toch uitgegaan van twee kerkgebouwen. Wij stellen voor om het gebruik van de gebouwen voor de vieringen maandelijks af te wisselen, om de integratie van beide gemeenten te stimuleren. Met een wekelijkse afwisseling loop je meer kans dat mensen om en om naar de kerk gaan (alleen als de dienst in hun ‘eigen’ gebouw is), en dat bevordert het toegroeien naar één gemeente niet. We begrepen dat de kerkenraad van De Kandelaar al had besproken/besloten wekelijks te wisselen. Dit zouden we graag aan de gezamenlijke kerkenraden willen voorleggen, of misschien nog beter: aan beide gemeenten – om de gemeente mee te nemen in het feit dat elke keuze voor- en nadelen, en voor- en tegenstanders, heeft – en zo draagvlak te creëren voor welk besluit dan ook. Wat betreft de ruimte adviseert de werkgroep de kerkenraad om de komende jaren werk te maken van
  • een passende inzet van de gebouwen bij bijzondere diensten;
  • een sfeervolle kerkzaal;
  • een flexibele inrichting van de kerkzaal, zodat je in verschillende opstellingen kunt vieren (in een kleine kring, interactief in groepjes)
  • een gebouw dat naast de kerkzaal vier ruimtes heeft voor de oppasdienst, twee kindernevendienstgroepen en de tienernevendienst;
  • een knusse ruimte voor de krabbeldienst;
  • een ‘stiltehoekje’ om even te kunnen zitten.

Nieuwe vormen van vieren en ‘oude bouwstenen in nieuwe vormen’

Hier hebben we in de werkgroep verschillende keren over doorgesproken. De wens van de gemeente om hier werk van te maken bestaat al langer, toch lukt het kennelijk onvoldoende om hier invulling aan te geven. De werkgroep heeft te weinig zicht op wat er is en wat er mogelijk is. We constateren dat we ons hier meer in moeten verdiepen om daar handen en voeten aan te kunnen geven. Dan denken we aan de ene kant aan het verkennen van (nieuwe) mogelijkheden van interactieve of meer meditatieve vormen van vieren, of aan een bezoek aan het inspiratiefestival op Terschelling om nieuwe ideeën op te doen. Aan de andere kant denken we dan aan het nader verkennen van meer bekende mogelijkheden van vormen van vieren die we (opnieuw, anders of vaker) zouden kunnen oppakken, zoals vieringen verbonden met een activiteit, een scholendienst, een zangdienst rondom een thema, het inzetten van een gelegenheidscantorij of koortje op projectbasis. Daarnaast is er voor predikanten op het moment veel aanbod voor verdere nascholing op dit gebied – het verlangen naar aansprekend vieren leeft ook in andere gemeenten.

Werk in uitvoering

We hebben een visie ontwikkeld vanuit het verlangen van de gemeente. Vervolgens hebben we onderzocht wat de gemeente in huis heeft om met deze visie aan de slag te gaan, op basis van positieve ervaringen van activiteiten en vieringen in de eigen gemeente. Vanuit deze basis leggen we nu als werkgroep een visie en een voorstel neer waarvan we geloven dat het de gemeente zal opbouwen. Tegelijk is het ‘werk in uitvoering’. Om dit plan ook daadwerkelijk in de praktijk te brengen is de inzet nodig van zowel de predikanten als de gemeente als de kerkenraad. Dat betekent:
  • met regelmaat (jaargesprek, toerusting, evaluatie) bespreken met de predikanten welke stappen zij kunnen en willen zetten richting realisatie van het voorstel;
  • stimuleren van de inzet van gemeenteleden op het gebied van vieren. Dat kan enerzijds met een vaste groep betrokken gemeenteleden die signaleren, meedenken en meewerken, en gevraagd en ongevraagd adviseren bij de vormgeving van het vieren in de gemeente (liturgiecommissie of werkgroep eredienst), en anderzijds door het meer gebruik maken van projectmatig en talentgericht werken, waardoor gemeenteleden op maat bij een dienst betrokken kunnen worden;
  • ondersteuning van de kerkenraad die bij gelegenheid keuzes maakt (FTE, predikantsprofiel, uren, toerusting, etc.) met betrekking tot dit programma.
Op korte termijn ligt er de mogelijkheid vanwege de vacature in de pastoraatsformatie van Ds. Roozeboom. Uiteraard verdient het aanbeveling dat het één en ander duidelijk wordt afgestemd met de predikanten en een eventuele tijdelijke klankbordgroep (of nog te vormen permanente liturgiecommissie of werkgroep eredienst) over wederzijdse verwachtingen en prioriteiten.

Praktische samenwerking en samenvoeging

Nadat de kerkenraden zich over dit voorstel hebben gebogen kan het dan concreet worden uitgewerkt (niet alles hoeft tegelijk!), met alle mensen die op een of andere manier betrokken zijn bij de uitvoering van de dienst:
  • kerkmusici: welke mogelijkheden hebben we, wat missen we nog?
  • liturgisch bloemschikken: zoeken al samenwerking – iets zeggen over wanneer?
  • lectoren: samenvoegen en training aanbieden
  • (af en toe) toelichten diaconale collecte door diakenen of op de beamer
  • gebruik van de beamer in de eredienst + wie verzorgt dat? Zie ook: https://adoc.pub/
  • kindermoment in de dienst: opnieuw doordenken door kindernevendienstleiding en de predikanten. Alleen voor het weggaan, of ook kort bij terugkomst? Door de predikant, en/of door de leiding van de kindernevendienst? Vast kinderlied, of keuze uit een aantal geschikte liederen?
  • iemand om het idee met de doopduifjes uit te werken.

Afronding werkzaamheden tijdelijke werkgroep

De werkgroep heeft met plezier en volharding aan deze voorstellen gewerkt. De leden zijn van harte bereid om de kerkenraden te ondersteunen bij de bespreking van de voorstellen in een gezamenlijke vergadering. Daarbij kunnen de voorstellen waar nodig nog worden toegelicht, of vragen worden beantwoord. Verdere meningsvorming kan dan plenair gebeuren, of in kleine groepen, eventueel op deelthema’s. Mogelijke bespreekvragen vindt u hieronder opgenomen.
Daarna is het aan de kerkenraden om de voorstellen te bespreken met de gemeente, op te nemen in het beleid voor de te vormen Protestantse Gemeente Holten, en gaandeweg te implementeren. De werkgroep adviseert om hier opnieuw een begeleidende werkgroep voor te vormen.

 

Van: Leonie Jansen, Jobien Assink, Wim Beldman, Anita Ouwens, Walter Hoogenhout, Erna Nikkels, Mark van Sandijk, Gert van Herk, Siebe Roozenboom, Els Deenen